Deel 19: Met de billen bloot
Van den Bovenkamp wist niet wat hem overkwam. Hij kon zich niet herinneren dat hij ooit zo’n adrenalinestoot had beleefd. In een onbewaakt ogenblik dwaalden zijn gedachten af naar die eerste keer als puber in het fietsenhok. Normaal gesproken had Van den Bovenkamp, als Soefi-master, zijn emotie onder controle; hij wist wanneer hij
zijn gevoel moest volgen en wanneer zijn ratio corrigerend moest optreden. Althans dat meende hij. Totdat hij plaats genomen had in de Kawasaki-groene Wagoneer van BJ. Zijn beide hersenhelften waren met elkaar aan het wipwappen gegaan, met het gaspedaal van de Wagoneer als scharnier. BJ’s Wagoneer had zijn werk overigens wel gedaan. Nada, de man met de dreads en Imma waren in sneltreinvaart gedropt. Hij was instinctief met Lea naar hotel Okura gereden en kwam pas weer enigszins bij bewustzijn in de bar op de 23e verdieping. Het uitzicht was oogverblindend. De westenwind zorgde voor een prachtige verstrooiing van het avondlicht. Ook hier had de Wagoneer zijn werk gedaan; de enorme hoeveelheid uitlaatgassen had oranjerode teinten door de lucht gedirigeerd. Van den Bovenkamp had er geen oog voor. De nieuwsgierigheid naar de energetische gesteldheid van Lea voerde de boventoon. En dat terwijl de voor Lea zo gevaarlijke schemering in aantocht was.
‘Leg je elleboog eens op tafel!’ gebood Van den Bovenkamp zonder aanleiding.
Lea gehoorzaamde Van den Bovenkamp gedwee alsof ze de gedaante van één van haar volgzame puppy’s had aangenomen. Luisteren leren doet leren luisteren. Karma als tijdspottend fenomeen.
Zonder te vragen pakte Van den Bovenkamp Lea’s hand. Haar hand voelde koud aan, ijskoud als zonder emotie. Van den Bovenkamp’s nieuwsgierigheid werd er alleen maar door versterkt. Potentie als stuwende kracht van de bevlekking.
‘Mag ik een glas wodka, een Fabergé alstublieft?’ vroeg Lea aan de ober die een schaaltje Gotjé-nootjes op hun tafeltje plaatste. Ze probeerde haar twee strakke Prinses Leia Star Wars-knotten nog in te ruilen voor een nonchalante paardenstaart maar ze zou met de billen bloot moeten. Niemand kon de Chinese leugendetector weerstaan.
‘Schemer is niet echt jouw ding, of wel?’ vroeg Van den Bovenkamp.
‘Ik heb er geen probleem mee,’ antwoordde Lea. De stuiptrekking van haar hand zei Van den Bovenkamp voldoende. Een spervuur van vragen brandde los.
‘Donker of licht?’
‘Licht.’
‘Hemel of aarde?’
‘Aarde.’
‘Smaragd of robijn?’
‘Smaragd.’
‘Liefde of haat?’
‘Liefde.’
‘Vader of moeder?’
‘Moeder.’
‘Lucifer of aansteker?’
‘Aansteker.’
‘Engel of duivel?’
‘Engel.’
‘Wipwap of schommel?’
‘Dierentuin,’ zei Lea met het doel om het onderzoek te saboteren.
Ondanks de zeer zachte druk die Van den Bovenkamp uitoefende, nam hij de ritmische golven van haar onderbewustzijn waar. Het ritme van de hersens als onderbewuste judas van de ziel. De maatschappelijk gewenste antwoorden en haar engelachtige gelaatsuitdrukking ten spijt.
‘Mag ik je kleine tikjes op je hand geven om mijn onderzoek te vervolgen?’ vroeg Van den Bovenkamp na een korte overpeinzing.
‘Geen probleem maar wat denk je ermee te bereiken?’
‘Ik meen dat ik kan zien of je gezond bent, ik kijk naar de blokkades en probeer die door jezelf te laten herstellen naar je natuurlijke stand. In ons jargon noemen we dat een healing.’
‘Waarom denk je dat ik niet goed functioneer?’ vroeg Lea. Ze leek wat feller te worden.
‘Ik denk dat je ooit een behoorlijke smak hebt gemaakt op de wipwap en te hard met je heiligbeen de grond hebt geraakt,’ antwoordde Van den Bovenkamp.
‘Dit slaat echt helemaal nergens op. Wie denk je wel niet dat je bent.’ Ondertussen liet ze Van den Bovenkamp wel doorgaan met het uitdelen van de tikjes, die Lea het gevoel gaven alsof er muntjes op haar hand werden losgelaten. Van den Bovenkamp leek in een soort van trance te verkeren.
‘Die klap van destijds heeft naast de fysieke aantasting van je stuitje ook emotionele krachten losgemaakt. Ik heb genoeg gevoeld en meen dat je er verstandig aan doet om zowel met je hart- als je stuitchakra aan de slag te gaan. Nu we toch in een hotel zijn, stel ik voor om de eerste behandeling hier in één van de kamers uit te voeren. Laten we
beginnen met de wortel van je bestaan, de stuitchakra. Ik heb een etherisch oliemengsel van ceder, patchouli, sandelhout en vetiver bij me. Ga maar naar kamer 22 en doe je broek maar alvast uit.’
zijn gevoel moest volgen en wanneer zijn ratio corrigerend moest optreden. Althans dat meende hij. Totdat hij plaats genomen had in de Kawasaki-groene Wagoneer van BJ. Zijn beide hersenhelften waren met elkaar aan het wipwappen gegaan, met het gaspedaal van de Wagoneer als scharnier. BJ’s Wagoneer had zijn werk overigens wel gedaan. Nada, de man met de dreads en Imma waren in sneltreinvaart gedropt. Hij was instinctief met Lea naar hotel Okura gereden en kwam pas weer enigszins bij bewustzijn in de bar op de 23e verdieping. Het uitzicht was oogverblindend. De westenwind zorgde voor een prachtige verstrooiing van het avondlicht. Ook hier had de Wagoneer zijn werk gedaan; de enorme hoeveelheid uitlaatgassen had oranjerode teinten door de lucht gedirigeerd. Van den Bovenkamp had er geen oog voor. De nieuwsgierigheid naar de energetische gesteldheid van Lea voerde de boventoon. En dat terwijl de voor Lea zo gevaarlijke schemering in aantocht was.
‘Leg je elleboog eens op tafel!’ gebood Van den Bovenkamp zonder aanleiding.
Lea gehoorzaamde Van den Bovenkamp gedwee alsof ze de gedaante van één van haar volgzame puppy’s had aangenomen. Luisteren leren doet leren luisteren. Karma als tijdspottend fenomeen.
Zonder te vragen pakte Van den Bovenkamp Lea’s hand. Haar hand voelde koud aan, ijskoud als zonder emotie. Van den Bovenkamp’s nieuwsgierigheid werd er alleen maar door versterkt. Potentie als stuwende kracht van de bevlekking.
‘Mag ik een glas wodka, een Fabergé alstublieft?’ vroeg Lea aan de ober die een schaaltje Gotjé-nootjes op hun tafeltje plaatste. Ze probeerde haar twee strakke Prinses Leia Star Wars-knotten nog in te ruilen voor een nonchalante paardenstaart maar ze zou met de billen bloot moeten. Niemand kon de Chinese leugendetector weerstaan.
‘Schemer is niet echt jouw ding, of wel?’ vroeg Van den Bovenkamp.
‘Ik heb er geen probleem mee,’ antwoordde Lea. De stuiptrekking van haar hand zei Van den Bovenkamp voldoende. Een spervuur van vragen brandde los.
‘Donker of licht?’
‘Licht.’
‘Hemel of aarde?’
‘Aarde.’
‘Smaragd of robijn?’
‘Smaragd.’
‘Liefde of haat?’
‘Liefde.’
‘Vader of moeder?’
‘Moeder.’
‘Lucifer of aansteker?’
‘Aansteker.’
‘Engel of duivel?’
‘Engel.’
‘Wipwap of schommel?’
‘Dierentuin,’ zei Lea met het doel om het onderzoek te saboteren.
Ondanks de zeer zachte druk die Van den Bovenkamp uitoefende, nam hij de ritmische golven van haar onderbewustzijn waar. Het ritme van de hersens als onderbewuste judas van de ziel. De maatschappelijk gewenste antwoorden en haar engelachtige gelaatsuitdrukking ten spijt.
‘Mag ik je kleine tikjes op je hand geven om mijn onderzoek te vervolgen?’ vroeg Van den Bovenkamp na een korte overpeinzing.
‘Geen probleem maar wat denk je ermee te bereiken?’
‘Ik meen dat ik kan zien of je gezond bent, ik kijk naar de blokkades en probeer die door jezelf te laten herstellen naar je natuurlijke stand. In ons jargon noemen we dat een healing.’
‘Waarom denk je dat ik niet goed functioneer?’ vroeg Lea. Ze leek wat feller te worden.
‘Ik denk dat je ooit een behoorlijke smak hebt gemaakt op de wipwap en te hard met je heiligbeen de grond hebt geraakt,’ antwoordde Van den Bovenkamp.
‘Dit slaat echt helemaal nergens op. Wie denk je wel niet dat je bent.’ Ondertussen liet ze Van den Bovenkamp wel doorgaan met het uitdelen van de tikjes, die Lea het gevoel gaven alsof er muntjes op haar hand werden losgelaten. Van den Bovenkamp leek in een soort van trance te verkeren.
‘Die klap van destijds heeft naast de fysieke aantasting van je stuitje ook emotionele krachten losgemaakt. Ik heb genoeg gevoeld en meen dat je er verstandig aan doet om zowel met je hart- als je stuitchakra aan de slag te gaan. Nu we toch in een hotel zijn, stel ik voor om de eerste behandeling hier in één van de kamers uit te voeren. Laten we
beginnen met de wortel van je bestaan, de stuitchakra. Ik heb een etherisch oliemengsel van ceder, patchouli, sandelhout en vetiver bij me. Ga maar naar kamer 22 en doe je broek maar alvast uit.’