Deel 22: Volledige overgave
Op het moment dat de chocoladebruine benen verstrengeld waren met de albinobenen van BJ sprak Nada klare taal tot Immanuel. De doorschijnendheid van de taal als graadmeter van de rondborstigheid.
‘Immanuel, ik had gehoopt dat je de boodschap sneller zou oppakken. Je betovert een groot aantal mensen met je charisma en zogenaamde inlevingsvermogen maar mij pak je er niet mee. Het pleasen is gebaseerd op eigenbelang, je wilt leuk gevonden worden door de ander maar je vergeet de onzekerheid bij jezelf te zoeken. Inspelen op een ander zal je niet helpen. Het pleasen is als een pyrrusoverwinning; het duurt even voordat de kern het bedrog van de façade doorbreekt. Daarnaast is er nog een aspect: de grootste valkuil van een pleaser is te denken dat de ander het pleasen plezierig vindt. Oprechte mensen willen geen pleasegedrag, zij willen een nee als het een nee is.’
‘Dus eigenlijk zeg je dat ik nog steeds een enorme jaknikker ben?’ vroeg Immanuel.
‘Ja, ik zou anders willen zeggen maar het lukt me niet,’ antwoordde Nada.
‘En wat is je advies?’
‘Ik had verwacht dat Abba jou zou bijbrengen dat onverzadigbare volgzaamheid stierlijk verveelt maar niets is minder waar. Abba is niet de juiste hond voor jou gebleken, hij is een blikvanger en vertoont wonderlijke eigenschappen; hij is te veel mens en ook nog eentje van het verkeerde soort, het soort met een groot ego. Bovendien heb ik Lea volledig onderschat. Zij verkeert te veel in haar eigen, veelal duistere wereld. Ze heeft de sleutel naar jouw ware ik verstopt in het doolhof van haar eigen duisternis.’
‘Doel je op Van den Bovenkamp?’ vroeg Immanuel.
‘Ik zou niet weten wat die maniak van een Van den Bovenkamp hier mee te maken zou moeten hebben,’ antwoordde Nada.
‘Ik meen me te herinneren dat jij juist zo hoog over hem opgaf?’ vroeg Immanuel op insinuerende wijze.
‘Van den Bovenkamp was slechts een afleidingsmanoeuvre. Hij was als het ware mijn klusjesman. Ik denk dat het inzetten van het meisje met de chocoladebruine benen BJ goed heeft geholpen maar vind dat zijn keuze voor Lea onverantwoord is geweest. Voornamelijk voor hemzelf. Ik heb medelijden met zijn vrouw. Hij heeft jou in ieder geval niet kunnen helpen.’
‘Dus je gaat me nu vertellen dat Van den Bovenkamp één van de zo vele kwakzalvers is?’
‘Het label dat je hem wilt opspelden doet er niet toe. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik een doodlopende weg ben ingeslagen. Ik meende dat jij een offer moest maken maar heb inmiddels ingezien dat ik het ben die een offer moet maken,’ zei Nada.
‘Volgens mij heb je het niet bij het juiste eind,’ merkte Immanuel op. Hij voelde de tegenstrijdigheid in Nada’s woorden. Hij twijfelde een seconde maar vond de kracht om de confrontatie aan te gaan. ‘Jij kunt mijn probleem niet oplossen, ik zal de liefde zelf moeten leren ontvangen en misschien heb ik nog een lange weg te gaan. We zullen het zien.’
‘Ik bied me aan! Ik doe een jaar lang wat jij wilt. Alles. Tot in den treure. Noem maar iets en ik doe het!’ zei Nada. Immanuel onderkende de paniek in de stem van Nada. Hij was klaar met al die zweverige types die hun emoties niet onder controle leken te kunnen krijgen.
‘Suggereer jij nu dat je mijn slaafje wordt?’ vroeg Immanuel enigszins spottend.
‘De suggestie is voor mij als een belofte zonder inhoud. Nee, ik ga jou liefde geven zoals je nog nooit hebt ervaren. Ik ga je een jaar lang verwennen van top tot teen en sla geen lichaamsdeel over.’
‘Ik weet nog wel een prettig plekje, maar ik weet niet of je dit donkere plekje durft te beroeren,’ merkte Immanuel voor de grap op. Humorloosheid was het andere probleem van de zweverige types, ze namen alles zo serieus.
Juist op het moment dat Nada Immanuel naar zich toetrok viel er een met fraaie kerstkleuren versierde envelop op de deurmat.
‘Immanuel, ik had gehoopt dat je de boodschap sneller zou oppakken. Je betovert een groot aantal mensen met je charisma en zogenaamde inlevingsvermogen maar mij pak je er niet mee. Het pleasen is gebaseerd op eigenbelang, je wilt leuk gevonden worden door de ander maar je vergeet de onzekerheid bij jezelf te zoeken. Inspelen op een ander zal je niet helpen. Het pleasen is als een pyrrusoverwinning; het duurt even voordat de kern het bedrog van de façade doorbreekt. Daarnaast is er nog een aspect: de grootste valkuil van een pleaser is te denken dat de ander het pleasen plezierig vindt. Oprechte mensen willen geen pleasegedrag, zij willen een nee als het een nee is.’
‘Dus eigenlijk zeg je dat ik nog steeds een enorme jaknikker ben?’ vroeg Immanuel.
‘Ja, ik zou anders willen zeggen maar het lukt me niet,’ antwoordde Nada.
‘En wat is je advies?’
‘Ik had verwacht dat Abba jou zou bijbrengen dat onverzadigbare volgzaamheid stierlijk verveelt maar niets is minder waar. Abba is niet de juiste hond voor jou gebleken, hij is een blikvanger en vertoont wonderlijke eigenschappen; hij is te veel mens en ook nog eentje van het verkeerde soort, het soort met een groot ego. Bovendien heb ik Lea volledig onderschat. Zij verkeert te veel in haar eigen, veelal duistere wereld. Ze heeft de sleutel naar jouw ware ik verstopt in het doolhof van haar eigen duisternis.’
‘Doel je op Van den Bovenkamp?’ vroeg Immanuel.
‘Ik zou niet weten wat die maniak van een Van den Bovenkamp hier mee te maken zou moeten hebben,’ antwoordde Nada.
‘Ik meen me te herinneren dat jij juist zo hoog over hem opgaf?’ vroeg Immanuel op insinuerende wijze.
‘Van den Bovenkamp was slechts een afleidingsmanoeuvre. Hij was als het ware mijn klusjesman. Ik denk dat het inzetten van het meisje met de chocoladebruine benen BJ goed heeft geholpen maar vind dat zijn keuze voor Lea onverantwoord is geweest. Voornamelijk voor hemzelf. Ik heb medelijden met zijn vrouw. Hij heeft jou in ieder geval niet kunnen helpen.’
‘Dus je gaat me nu vertellen dat Van den Bovenkamp één van de zo vele kwakzalvers is?’
‘Het label dat je hem wilt opspelden doet er niet toe. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik een doodlopende weg ben ingeslagen. Ik meende dat jij een offer moest maken maar heb inmiddels ingezien dat ik het ben die een offer moet maken,’ zei Nada.
‘Volgens mij heb je het niet bij het juiste eind,’ merkte Immanuel op. Hij voelde de tegenstrijdigheid in Nada’s woorden. Hij twijfelde een seconde maar vond de kracht om de confrontatie aan te gaan. ‘Jij kunt mijn probleem niet oplossen, ik zal de liefde zelf moeten leren ontvangen en misschien heb ik nog een lange weg te gaan. We zullen het zien.’
‘Ik bied me aan! Ik doe een jaar lang wat jij wilt. Alles. Tot in den treure. Noem maar iets en ik doe het!’ zei Nada. Immanuel onderkende de paniek in de stem van Nada. Hij was klaar met al die zweverige types die hun emoties niet onder controle leken te kunnen krijgen.
‘Suggereer jij nu dat je mijn slaafje wordt?’ vroeg Immanuel enigszins spottend.
‘De suggestie is voor mij als een belofte zonder inhoud. Nee, ik ga jou liefde geven zoals je nog nooit hebt ervaren. Ik ga je een jaar lang verwennen van top tot teen en sla geen lichaamsdeel over.’
‘Ik weet nog wel een prettig plekje, maar ik weet niet of je dit donkere plekje durft te beroeren,’ merkte Immanuel voor de grap op. Humorloosheid was het andere probleem van de zweverige types, ze namen alles zo serieus.
Juist op het moment dat Nada Immanuel naar zich toetrok viel er een met fraaie kerstkleuren versierde envelop op de deurmat.