Deel 20: De lingam
De stuitchakra-massage was nooit zo zijn ding geweest. Vanaf het begin af aan had Van den Bovenkamp er moeite mee gehad om een, min of meer, vreemde te moeten overtuigen van het nut van de stimulatie van de omgeving rondom het stuitje, de lessen van alle goeroes ten spijt. Diep in zijn hart ontbrak het geloof; hij had zich menigmaal afgevraagd of de aanrakingstechnieken, die de zogenaamde goeroes hem hadden bijgebracht, wel het gewenste effect sorteerden. De cum laude-certificaten hadden weinig waarde nu zijn scepsis onopgemerkt was gebleven. Hij had zich uiteindelijk gedistantieerd van de esoterische goeroes die hun eigen bewustzijnstoestand, al dan niet bewust, kunstmatig hadden opgerekt. Mannelijke en vrouwelijke energie onderscheiden in het niet-tastbare is zoiets als de inhoud van een conventionele stofzuigerzak filteren zonder een cycloonscheider. Gelukkig voor de kwakzalvers is de labiele mens in opkomst. Indoctrinatie van de ratio door de vertroebelde taal van de psyche.
Van den Bovenkamp pakte de stenen lingam uit zijn aktetas en bekeek het glimmende voorwerp nog eens goed. Hij had de oranjerode steen ooit, op één van zijn reizen, uit de Narmada in India gevist, hem vervolgens aan de oevers met vette boter van buffelmelk gepolijst om hem uiteindelijk mee terug te nemen naar Nederland. Op Schiphol hadden ze nogal lacherig over de vorm gedaan. Hij had de steen amper gebruikt maar het was nu of nooit. De healing van Lea zou de ultieme test zijn; hij zou proberen om alle twijfel via de chakra van het leven te laten afvloeien en haar, door middel van de steen, de plattegrond van de bewustwording aan te reiken. Het was de enige kans om Lea, de godin van de dood, van haar slang te verlossen. De pianomuziek van Einaudi op de achtergrond bracht alvast rust naar het hart.
Bij binnenkomst zag Van den Bovenkamp haar gouden stiletto's naast de brede boxspring, die veel weg had van een Japanse futon, staan. Ze lag stokstijf op haar buik. Hij bedacht zich niet en bracht de etherische olie met zijn handen op de steen aan. Om de lingam soepel te laten glijden had hij een vleugje van de extreem gladde nuru-massagegel aan het oliemengsel toegevoegd. Desondanks overheerste de geur van patchouli.
Er werd die avond niet gesproken. Zonder het uit te spreken werd niet-spreken tot toon verheven.
Het ging eigenlijk helemaal vanzelf. De lingam activeerde de stuitchakra en stelde daarmee het energiecentrum in werking alsof Yin en Yang elkaar aan het kruisbestuiven waren. Een verlichting die iedere harmonie, iedere eenwording, tot stof deed vergaan. Ze lag ook zo vredig op haar buik, ze moest haar giftige slangenego wel in contact hebben gebracht met haar ziel. Van den Bovenkamp mocht haar de goddelijke vonk niet onthouden, om de adoratie van de ziel te accentueren. Ook dit ging weer vanzelf, alsof het holistisch denken zich een weg naar binnen baande: de steen gedroeg zich als een binnendringende fallus.
Toen Lea zich omdraaide schrok Van den Bovenkamp van de derde gouden stiletto. De stiletto had de vorm van een slang aangenomen.
Van den Bovenkamp pakte de stenen lingam uit zijn aktetas en bekeek het glimmende voorwerp nog eens goed. Hij had de oranjerode steen ooit, op één van zijn reizen, uit de Narmada in India gevist, hem vervolgens aan de oevers met vette boter van buffelmelk gepolijst om hem uiteindelijk mee terug te nemen naar Nederland. Op Schiphol hadden ze nogal lacherig over de vorm gedaan. Hij had de steen amper gebruikt maar het was nu of nooit. De healing van Lea zou de ultieme test zijn; hij zou proberen om alle twijfel via de chakra van het leven te laten afvloeien en haar, door middel van de steen, de plattegrond van de bewustwording aan te reiken. Het was de enige kans om Lea, de godin van de dood, van haar slang te verlossen. De pianomuziek van Einaudi op de achtergrond bracht alvast rust naar het hart.
Bij binnenkomst zag Van den Bovenkamp haar gouden stiletto's naast de brede boxspring, die veel weg had van een Japanse futon, staan. Ze lag stokstijf op haar buik. Hij bedacht zich niet en bracht de etherische olie met zijn handen op de steen aan. Om de lingam soepel te laten glijden had hij een vleugje van de extreem gladde nuru-massagegel aan het oliemengsel toegevoegd. Desondanks overheerste de geur van patchouli.
Er werd die avond niet gesproken. Zonder het uit te spreken werd niet-spreken tot toon verheven.
Het ging eigenlijk helemaal vanzelf. De lingam activeerde de stuitchakra en stelde daarmee het energiecentrum in werking alsof Yin en Yang elkaar aan het kruisbestuiven waren. Een verlichting die iedere harmonie, iedere eenwording, tot stof deed vergaan. Ze lag ook zo vredig op haar buik, ze moest haar giftige slangenego wel in contact hebben gebracht met haar ziel. Van den Bovenkamp mocht haar de goddelijke vonk niet onthouden, om de adoratie van de ziel te accentueren. Ook dit ging weer vanzelf, alsof het holistisch denken zich een weg naar binnen baande: de steen gedroeg zich als een binnendringende fallus.
Toen Lea zich omdraaide schrok Van den Bovenkamp van de derde gouden stiletto. De stiletto had de vorm van een slang aangenomen.