Mata
‘Badr, luister! Ik heb een briljant idee.'
'Wat nu weer Bénédicte?’
'Het fascinerende ervan is dat niemand dit ooit verwacht. Justitie niet, de rechtbank niet, laat staan de pers. Het moddergevecht gaat nu echt beginnen.’
‘Wat praat je? Ik ben klaar met die bullshit, eerst moest mijn broertje liegen, toen dat lekken en nu weer iets met modder. Ik wil gewoon mijn rust pakken.’
‘Wees blij dat het politierapport publiekelijk bezit is geworden, anders zat je nog steeds op water en brood. Dit is andere koek, zeg maar gerust een psychologische intrige.’ Terwijl Bénédicte haar laatste zin uitspreekt aait ze haar kleine teckeltje Mattie, iets harder dan gebruikelijk vanwege haar enthousiasme. Als Mattie zijn ongenoegen laat blijken en zich met zijn kleine maar vlijmscherpe tandjes in haar roze colbertje vastbijt roept ze: ‘Wat doe je nou?’
‘Ik doe helemaal niets,’ antwoordt Badr enigszins verbaasd.
‘Ik had het ook niet tegen jou, ik zei het tegen Mattie.’
‘Heb je dat kut keffertje nog steeds?’
‘Ik ben opgegroeid met dieren en bovendien weet je dondersgoed wat Mattie voor me betekent. Maar ben je niet benieuwd naar mijn sublieme vondst waardoor het hele proces zal kantelen?’
‘Nee, ik heb me al bij gevangenisstraf neergelegd. Ik zie maar een voordeel van het uitstel dat de rechtbank ons heeft gegeven.’
‘En wat mag dat zijn?’
‘Ik ga mijn moeder nog effetjes een kadootje geven. Ze kan er meer van genieten als ik.’
‘Dan ik,’ verbetert Bénédicte. ‘Zal ik het dan zelf maar zeggen?’ vraagt Bénédicte ongeduldig.
‘Als het niet te lang duurt, want ik moet over een uur bij de garage zijn.’
‘Ik bied me aan, als de nieuwe Mata Hari.’
‘Hoe bedoel je? En waarom noem je me Matten Hari? Ik wil nu juist af van dat imago van matten.’
‘Ken je klassiekers! Ik heb het niet over matten maar over Mata en haar dubbelrol.’
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt en krijg het gevoel dat ik dat ook maar zo moet laten.’
‘Heb je het ooit eerder gezien in een rechtszaal? De rol van ondervrager en ondervraagde in een hand?’
‘Sorry, iedereen denkt dat ik doorgedraaid ben maar volgens mij is er maar een die knettergek is en dat ben jij. Ik word af en toe boos en sla er dan op los, puur uit emotie of instinct zoals jullie soort dat noemt maar jij bent gewoon slecht. Jouw fascinatie voor de crimineel is niet normaal man.’
‘Volgens mij begrijp je het niet helemaal. Ik doe dit voor jou. De zaak zal kantelen zoals een plotse knock-out de underdog tot winnaar maakt.’
‘Ik weet het niet.’
‘Ik zal het uitwerken en kan je verzekeren dat ik je niet zal teleurstellen.’
‘Je doet je best maar,’ antwoordt Badr na een korte aarzeling om er maar vanaf te zijn.
‘Ik wist het! Er is nog wel iets waar je in mee moet gaan maar het is voor je eigen bestwil.’
‘En dat is?’
'Ik ben de mysterieuze minnares die jou bij alle ten laste gelegde delicten van een alibi voorziet,’ antwoordt Bénédicte met een stem die een bepaalde vorm van adoratie uitademt.
‘Maar je bent toch lesbisch? Dat was nou juist een van de voorwaarden van Estelle om een vrouwelijke advocaat in de arm te nemen.’
‘Het lijkt me beter als we Estelle lekker in die waan laten.’
‘Lekker is dat.’
‘Je moet je niet te veel zorgen maken, het verleden heeft bewezen dat jouw relatie wel tegen een stootje kan. Ik regel het allemaal wel.’ Op het moment dat Bénédicte het voorstel erdoorheen wil drukken beseft ze zich dat een belangstellende vraag wonderen doet en vraagt ze: ‘Wat voor cadeau ga je je moeder geven?’
‘Een sportauto in de kleur van de rouw.’
'Wat nu weer Bénédicte?’
'Het fascinerende ervan is dat niemand dit ooit verwacht. Justitie niet, de rechtbank niet, laat staan de pers. Het moddergevecht gaat nu echt beginnen.’
‘Wat praat je? Ik ben klaar met die bullshit, eerst moest mijn broertje liegen, toen dat lekken en nu weer iets met modder. Ik wil gewoon mijn rust pakken.’
‘Wees blij dat het politierapport publiekelijk bezit is geworden, anders zat je nog steeds op water en brood. Dit is andere koek, zeg maar gerust een psychologische intrige.’ Terwijl Bénédicte haar laatste zin uitspreekt aait ze haar kleine teckeltje Mattie, iets harder dan gebruikelijk vanwege haar enthousiasme. Als Mattie zijn ongenoegen laat blijken en zich met zijn kleine maar vlijmscherpe tandjes in haar roze colbertje vastbijt roept ze: ‘Wat doe je nou?’
‘Ik doe helemaal niets,’ antwoordt Badr enigszins verbaasd.
‘Ik had het ook niet tegen jou, ik zei het tegen Mattie.’
‘Heb je dat kut keffertje nog steeds?’
‘Ik ben opgegroeid met dieren en bovendien weet je dondersgoed wat Mattie voor me betekent. Maar ben je niet benieuwd naar mijn sublieme vondst waardoor het hele proces zal kantelen?’
‘Nee, ik heb me al bij gevangenisstraf neergelegd. Ik zie maar een voordeel van het uitstel dat de rechtbank ons heeft gegeven.’
‘En wat mag dat zijn?’
‘Ik ga mijn moeder nog effetjes een kadootje geven. Ze kan er meer van genieten als ik.’
‘Dan ik,’ verbetert Bénédicte. ‘Zal ik het dan zelf maar zeggen?’ vraagt Bénédicte ongeduldig.
‘Als het niet te lang duurt, want ik moet over een uur bij de garage zijn.’
‘Ik bied me aan, als de nieuwe Mata Hari.’
‘Hoe bedoel je? En waarom noem je me Matten Hari? Ik wil nu juist af van dat imago van matten.’
‘Ken je klassiekers! Ik heb het niet over matten maar over Mata en haar dubbelrol.’
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt en krijg het gevoel dat ik dat ook maar zo moet laten.’
‘Heb je het ooit eerder gezien in een rechtszaal? De rol van ondervrager en ondervraagde in een hand?’
‘Sorry, iedereen denkt dat ik doorgedraaid ben maar volgens mij is er maar een die knettergek is en dat ben jij. Ik word af en toe boos en sla er dan op los, puur uit emotie of instinct zoals jullie soort dat noemt maar jij bent gewoon slecht. Jouw fascinatie voor de crimineel is niet normaal man.’
‘Volgens mij begrijp je het niet helemaal. Ik doe dit voor jou. De zaak zal kantelen zoals een plotse knock-out de underdog tot winnaar maakt.’
‘Ik weet het niet.’
‘Ik zal het uitwerken en kan je verzekeren dat ik je niet zal teleurstellen.’
‘Je doet je best maar,’ antwoordt Badr na een korte aarzeling om er maar vanaf te zijn.
‘Ik wist het! Er is nog wel iets waar je in mee moet gaan maar het is voor je eigen bestwil.’
‘En dat is?’
'Ik ben de mysterieuze minnares die jou bij alle ten laste gelegde delicten van een alibi voorziet,’ antwoordt Bénédicte met een stem die een bepaalde vorm van adoratie uitademt.
‘Maar je bent toch lesbisch? Dat was nou juist een van de voorwaarden van Estelle om een vrouwelijke advocaat in de arm te nemen.’
‘Het lijkt me beter als we Estelle lekker in die waan laten.’
‘Lekker is dat.’
‘Je moet je niet te veel zorgen maken, het verleden heeft bewezen dat jouw relatie wel tegen een stootje kan. Ik regel het allemaal wel.’ Op het moment dat Bénédicte het voorstel erdoorheen wil drukken beseft ze zich dat een belangstellende vraag wonderen doet en vraagt ze: ‘Wat voor cadeau ga je je moeder geven?’
‘Een sportauto in de kleur van de rouw.’